|
||||||||
|
“The only thing that should bind us is our love for one another…” Shemekia Copeland is een blues zangeres die met haar stijl de traditie van zangeressen als Koko Taylor en Etta James voortzet. Ze is geboren in Harlem en is de dochter van de betreurde Amerikaanse bluesgitarist Johnny "Clyde" Copeland (1937-1997). Ze ging als tiener al met haar vader mee op tournee en bracht als negentienjarige in 1998 haar eerste album ‘Turn the Heat Up!’ uit. Het titelnummer, geschreven door John Hahn (die nog altijd voor haar schrijft) en Jimmy Vivino, werd genomineerd voor een W.C. Handy Blues Award als “Best Bluessong of the Year”. De opvolger ‘Wicked’ (2000) werd genomineerd voor een Grammy Award en was goed voor twee Handy Awards (“Blues Album of the Year”, “Bluessong of the Year”). Bovendien won Shemekia toen ook de prijs als “Contemporary Blues-Female Artist of the Year”, wat zich de twee volgende jaren herhaalde. ‘Talking to Strangers’ (2002) werd geproduceerd door Dr. John, die ook een aantal nummers schreef voor het album. Het album won eveneens een Handy Award als “Blues Album of the Year”. ‘The Soul Truth’ (2005) werd geproduceerd door de legendarische Stax-gitarist Steve Cropper, met wie ze nog steeds samenwerkt en bevat een duet met Dobie Gray. In 2009 maakte Shemekia met ‘Never Going Back’ de overstap van Alligator Records naar Telarc. Het album werd geproduceerd door Oliver Wood (één van The Wood Brothers), net als het volgende album ‘33 1/3’ dat werd genomineerd voor een Grammy Award. De overstap betekende ook een stijlverandering van de eerder ruwe en emotioneel geladen blues, naar een meer gepolijste en gereserveerde rock/gospelsound. Begin 2015 keerde Shemekia terug naar Alligator Records, waar ze in 2018 ‘America’s Child’ (dixit Mary Gauthier), “a ground-breaking, genre bending work of beauty… ” uitbracht. “Copeland hits harder than ever with musically and lyrically adventurous songs and jaw-dropping performances that are at once timely and timeless…” Shemekia Copeland’s volgende Alligator release, kreeg de naam ‘Uncivil War’ en de opvolger (de 8ste Alligator release), ‘Done Come too Far’. Het album werd in Nashville (TN) opgenomen met producer/gitarist Will Kimbrough, bassist Lex Price en drummer Pete Abbott. Haar vrienden Sonny Landreth, Cedric Burnside, Kenny Brown, Oliver Wood, Charles Hodges en Aaron Lee Tasjan stonden allemaal te popelen om hun talenten te lenen voor het nieuwe album. “Once again musical chameleon Shemekia Copeland on 'Done Come Too Far' fights against inequality with all available means…” (ESC for Rootstime) Eric Schuurmans
Album tracklist: 01. Too Far to Be Gone, feat. Sonny Landreth – 02. Pink Turns to Red – 03. The Talk – 04. Gullah Geechee – 05. Why Why Why [Susan Werner] – 06. Fried Catfish and Bibles – 07. Done Come too Far, feat. Cedric Burnside – 08. Barefoot in Heaven [Ray Wylie Hubbert] – 09. Fell in Love with a Honky (in a Honky Tonk Bar) – 10. The Dolls Are Sleeping [w/O. Wood] – 11. Dumb It Down [D. Lattanzi] – 12. Nobody But You [Johnny Copeland] | Music/Lyrics by: J. Hahn & W. Kimbourgh, or as [noted] | Produced by: Will Kimbrough | Album credits: Shemekia Copeland: vocs / Guitar: Will Kimbrough (1,3-12) - Sonny Landreth: slide guitar (1), Kenny Brown (2,7) – Cedric Burnside (7) / Lex Price: bass / Pete Abbott: drums / Charles Hodges: organ B3 (3,11) / Lisa Oliver Gray, Lucinda Spence, John Hahn, Will Kimbrough: percussion (4) / Lisa Oliver Gray, Megan Murray, Will Kimbrough: bvs (4,5,8,11) / Pat Sansone: keys (5) / Andre Michot: accordion (6) / Cedric Watson: fiddle (6) / Wash board Chaz: washboard (6) / Fats Kaplin: fiddle, pedal steel guitar (9) / Telisha Williams: bvs (9) / Oliver Wood: a guitar (10) / Paul Sansone: guitar, wurlitzer (11) / Joe Cabral: sax (11) Discography SHEMEKIA COPELAND: Done Come Too Far [2022] | Uncivil War [2020] | America’s Child [2018] | 33 1/3 [2012] | Shemekia Copeland (compilation) [2011] | Never Going Back [2009] | The Soul Truth [2005] | Talking to Strangers [2002] | Wicked [2000] | Turn The Heat Up [1998] | |